Van onze advocaat bedrijfsovername. De Rechtbank Overijssel heeft op 21 november 2017 uitspraak gedaan over de uitleg van een koopovereenkomst van de activa uit een failliete boedel: maakten de aandelen van failliet in een buitenlandse onderneming onderdeel uit van de koopovereenkomst?

Tussen partijen is in geschil of de aandelen van I in WK Holding onderdeel uitmaken van de koopovereenkomst. Volgens WK Holding hebben er meerdere besprekingen met de curator plaatsgevonden in het kader van de onderhandelingen voor overname van activa van I door WK Holding. Daarbij zijn de aandelen in WSWK onderdeel van het gesprek geweest. De aandelen stonden op de jaarrekening van I. B heeft over de aandelen medegedeeld dat het niet duidelijk was wat de status ervan was en dat hij deze wilde overnemen. Het was ten tijde van de onderhandelingen niet de verwachting dat WK Holding deze aandelen nog zou kunnen verkopen, aldus WK Holding.

De curator stelt zich op het standpunt dat B tijdens de onderhandelingen heeft medegedeeld dat de deelnemingen genoemd in de jaarrekening van 2009 waardeloos zouden zijn, omdat de betreffende vennootschappen zouden zijn geliquideerd. Uit de brief aan de rechter-commissaris met het verzoek om machtiging blijkt ook dat de curator uitging van liquidatie van de vennootschappen waarin een deelneming bestond. B heeft niet gemeld dat Intermatic is voortgezet onder een andere naam. Verder is er volgens de curator niet gesproken over aandelen. Het ging met name om overname van de handelsnaam. De koopovereenkomst zou er heel anders hebben uitgezien indien sprake zou zijn geweest van de overdracht van aandelen. Er heeft geen leveringshandeling plaatsgevonden.

Uitleg koopovereenkomst activa uit een failliete boedel: maakten de aandelen van failliet in een buitenlandse onderneming onderdeel uit van de koopovereenkomst?

Voor de vraag of de aandelen onderdeel uitmaakten van de koopovereenkomst, is van belang op welke wijze de koopovereenkomst moet worden uitgelegd.

Voor een dergelijke uitleg is niet alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract van doorslaggevend belang. Voor de beantwoording van die vraag komt het volgens vaste rechtspraak aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Bij deze uitleg dient de rechter rekening te houden met alle bijzondere omstandigheden van het gegeven geval (Haviltex-arrest, HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635). Bij de uitleg van de overeenkomst neemt de kantonrechter de volgende omstandigheden in aanmerking.

WK Holding is tijdens de onderhandelingen over de overname van activa van I eind 2011 bijgestaan door zijn advocaat-gemachtigde A. De curator handelde ter uitoefening van zijn functie als curator van I. Er hebben meerdere besprekingen plaatsgevonden, waarbij is komen vast te staan dat deelnemingen van I in de Zweedse onderneming Intermatic dan wel WSWK aan de orde zijn geweest. Over de mededelingen die in dat kader zijn gedaan verschillen partijen van mening. De curator heeft de koopovereenkomst opgesteld.

De curator heeft de rechter-commissaris in december 2011 bericht dat de onderneming in Zweden is geliquideerd in 2009, waarbij alle activa verkocht is.

In de overeenkomst staat vermeld dat het volledige actief van I wordt verkocht, voornamelijk doch niet uitsluitend bestaand uit de daarin genoemde activa en alle overige goederen hoe ook genaamd. In de considerans is opgenomen dat WK Holding te kennen heeft gegeven alle goederen van de failliete vennootschap te willen overnemen en dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de koopprijs van alle goederen.

Er heeft geen overdrachtshandeling van de aandelen in WSWK plaatsgevonden tussen de curator en WK Holding voor de onderhandelingen met C.

De door WK Holding toegezonden uitspraken in een procedure in eerste aanleg en hoger beroep tussen de curator en K B.V. weegt de kantonrechter niet mee in voornoemde omstandigheden. In die procedure was WK Holding geen procespartij, zodat de in de uitspraken vastgestelde feiten tussen de curator en K B.V. over tussen hen gesloten overeenkomsten geen gevolgen kunnen voor de uitleg van de onderhavige overeenkomst. Dat I een dochter is van K Group, doet niet af aan het vorenstaande.

Vaststaat dat partijen tijdens de onderhandelingen eind 2011 hebben gesproken over deelneming van I in een Zweedse vennootschap (Intermatic dan wel WSWK). In geschil is echter of B in dat kader heeft medegedeeld – zoals WK Holding stelt – dat er sprake was van aandelen, dat hij niet wist wat de status was van de aandelen, maar dat WK Holding de aandelen wel wilde overnemen. Volgens de curator heeft B echter medegedeeld dat de Zweedse onderneming geliquideerd was en was daarmee geen sprake meer van een deelneming dan wel aandelen.

Indien de stellingen van WK Holding gevolgd worden, maakten de aandelen wel onderdeel uit van de overeenkomst en was het aan de curator om nader onderzoek te doen naar (de waarde van) de aandelen. Dat er nog geen levering van de aandelen had plaatsgevonden kort na de koopovereenkomst, kan volgens WK Holding verklaard worden uit het feit dat onduidelijk was wat de status was en het teveel kosten met zich mee zou brengen om naar Zweeds recht de aandelen feitelijk over te dragen. Vaststaat in ieder geval dat de aandelen inmiddels zijn overgedragen aan C met medewerking van beide partijen, waarbij de leveringshandeling inmiddels heeft plaatsgevonden.

De curator heeft de door WK Holding geschetste gang van zaken tijdens de onderhandelingen voldoende gemotiveerd betwist en een andere gang van zaken van voldoende onderbouwing voorzien. Aangezien WK Holding zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde uitleg van de koopovereenkomst, zal de kantonrechter aan haar – mede gelet op haar bewijsaanbod – bewijs opdragen van haar stellingen. WK Holding dient aldus te bewijzen dat zij tijdens de onderhandelingen met de curator eind 2011 over de overname van de activa van I de aandelen in Intermatic dan wel WSWK ter sprake heeft gebracht, dat zij heeft medegedeeld dat zij niet wist wat de status was van die aandelen en dat zij de aandelen wenste over te nemen.

Indien WK Holding slaagt in haar bewijsopdracht, ligt de vordering voor toewijzing gereed, behoudens het hierna te bespreken beroep op dwaling. Het gevorderde bedrag (€ 25.000,00 minus een vergoeding van 10 % naar analogie van de separatistenregeling) is voor het overige niet bestreden. Indien WK Holding niet slaagt in haar bewijsopdracht, moet het ervoor worden gehouden dat de curator er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat er geen sprake meer was van een deelneming dan wel aandelen in de Zweedse onderneming, zodat de aandelen geen onderdeel uitmaakten van de koopovereenkomst.

 Dwaling? Verjaring?

Alvorens de kantonrechter overgaat tot het opdragen van bewijs, zal de kantonrechter het subsidiaire verweer van de curator bespreken. De curator heeft een beroep gedaan op dwaling en – naar de kantonrechter begrijpt – op (partiële) vernietiging van de koopovereenkomst. Tegen bedoeld beroep van de curator heeft WK Holding tot haar verweer onder meer aangevoerd dat het beroep van de curator op dwaling is verjaard.

Een rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling wegens dwaling verjaart op grond van het bepaalde in artikel 3:52 sub c BW drie jaren nadat de dwaling is ontdekt.

Volgens vaste jurisprudentie gaat het er daarbij om op welk moment de dwalende daadwerkelijk (subjectief) bekend is geworden met feiten en omstandigheden waarop het beroep op dwaling is gegrond (LJN BQ5068).

De curator heeft gesteld dat hij op de hoogte is geraakt van het bestaan van de aandelen in WSWK op het moment dat C zich bij hem meldde. Bedoeld moment was op 29 januari 2013. Vaststaat dat tot het moment dat de curator zich heeft beroepen op vernietiging van de overeenkomst meer dan drie jaar is verstreken. Niet gesteld of gebleken is dat deze verjaringstermijn is gestuit, zodat het beroep op verjaring slaagt.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag over een overname van een bedrijf of onderneming, de overdracht van aandelen of van de activa en/of passiva van een onderneming, belt u dan gerust onze advocaat bedrijfsovername op 020-3980150.