Van onze advocaat bedrijfsovername. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 30 mei 2017 uitspraak gedaan over de uitleg van een earn-out regeling dat in een contract tot overname van aandelen stond opgenomen.

In essentie gaat het onderliggende geschil om de vraag wat partijen zijn overeengekomen ten aanzien van de betaling door geïntimeerde inzake het door haar van appellant overgenomen aandelenpakket. Daarbij is niet in geschil dat in het document van 16 oktober 2013 tussen partijen gemaakte afspraken zijn vastgelegd. Wel is in geschil hoe die afspraken moeten worden uitgelegd en of tussen partijen mogelijk meer is overeengekomen dan in voornoemd document is vastgelegd.

De uitleg van een contract

Het hof stelt voorop dat de vraag hoe in een schriftelijk contract, zoals het onderhavige document, de verhouding tussen partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van uitsluitend een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de zogenoemde Haviltexnorm van Hoge Raad, 13 maart 1981, HR:1981:AG4158).

Voorts volgt uit Hoge Raad, 20 februari 2004, HR:2004:AO1427 dat bij de uitleg van een dergelijk geschrift telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, alsmede dat in praktisch opzicht vaak van groot belang is de taalkundige betekenis van de bewoordingen van het geschrift, gelezen in de context ervan als geheel, die deze in de desbetreffende kring van het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben.

Verder komt bij de uitleg betekenis toe aan de aard van de transactie, de omvang en gedetailleerdheid van de contractbevestiging, de wijze van totstandkoming ervan, waarbij van belang is of partijen werden bijgestaan door juridisch deskundige raadslieden, en de overige bepalingen ervan (Hoge Raad, 19 januari 2007, HR:2007:AZ3178 en Hoge Raad, 29 juni 2007, HR:2007:BA4909).

Ook gedragingen van partijen na het sluiten van de overeenkomst kunnen van belang zijn voor de aan die overeenkomst te geven uitleg (Hoge Raad, 12 oktober 2012, HR:2012:BX5572).

Het antwoord op de vraag of partijen naast de in het document vastgelegde afspraken nog meer zijn overeengekomen, hangt er evenzeer van af wat zij over en weer hebben verklaard en wat zij uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid (artikel 6:217 BW in verbinding met artikelen 3:33 en 3:35 BW).

De grief van de advocaat is gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat onvoldoende is onderbouwd dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de door appellant in het geding gebrachte concepten van koop- en geldleningsovereenkomsten, alsmede ten aanzien van de uitwerking van een earn-out regeling.

Het hof overweegt dat het document het enige document is waaronder beide partijen hun handtekening hebben geplaatst als bewijs van hun instemming met de daarin neergelegde afspraken. Dit geschrift wordt dan ook in de leveringsakte genoemd als titel. De koopovereenkomst, krachtens welke de overdracht van de aandelen geschiedt en is aan die akte gehecht.

Wat betreft de earn-out regeling, staat vast dat partijen in het document niet meer hebben neergelegd dan dat een earn-out van maximaal zes jaar ad maximaal € 500.000,- onderdeel van de koopsom zal zijn. Verdere details en uitwerking van deze regeling ontbreken.

In het verslag van de bespreking, naar welke bespreking het document nadrukkelijk verwijst, wordt evenzeer slechts in globale bewoordingen gesproken over een earn-out van zes jaar voor maximaal € 500.000,-.

Niet concreet is gesteld dat, hoe en wanneer partijen over de precieze inhoud en voorwaarden van die regeling overeenstemming hebben bereikt. In een gespreksverslag inzake een bespreking wordt wel een nadere uitwerking beschreven van de earn-out maar in dat verslag staat ook expliciet vermeld dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt.

De door de advocaat van appellant opgestelde concept koopakten bevatten een earn-out regeling in de door appellant bepleite zin, maar als eerder overwogen zijn deze contracten niet door geïntimeerde ondertekend en heeft appellant onvoldoende gesteld waaruit, indien bewezen, kan volgen dat geïntimeerde zich niettemin met de inhoud van die concepten akkoord heeft verklaard, dan wel dat zij daar gerechtvaardigd op mocht vertrouwen.

Het hof is op grond van het voorgaande van oordeel dat weliswaar in hoofdlijnen overeenstemming bestond over een earn-out, maar dat partijen nog in een fase verkeerden dat daarover verder onderhandeld moest worden, welk proces echter verstoord is geraakt door de tussen partijen ontstane geschillen.

Heeft u vragen over een bedrijfsovername, de overdracht van aandelen of over een earn-out regeling, belt u dan gerust onze advocaat bedrijfsovername op 020-3980150.