De Hoge Raad heeft op 5 november 2021 uitspraak gedaan over de vraag of bij een ontslag van een executeur wegens gewichtige reden het ontslag mede de bevoegdheden uit de benoeming tot afwikkelingsbewindvoerder omvatte.

De vader van partijen is in 2018 overleden.

Bij testament heeft hij de broer en de zussen aangewezen als erfgenamen.

Het testament bevat tevens de volgende bepaling:

“Ik benoem (de broer) tot executeur afwikkelingsbewindvoerder. (…) Ik ken de executeur naast de in de wet aan de executeur toegekende bevoegdheden tevens de bevoegdheid toe de goederen van de nalatenschap te verkopen en te leveren of de nalatenschap te verdelen. (…)”

De broer heeft deze benoeming aanvaard.

Zus 1 heeft in deze procedure onder meer verzocht de broer als executeur te ontslaan op grond van gewichtige redenen (art. 4:149 lid 2 BW).

De kantonrechter heeft de broer ontslagen als executeur van de nalatenschap.

Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd. 

Daaraan heeft het onder meer ten grondslag gelegd dat het begrip ‘gewichtige reden’ casuïstisch dient te worden beoordeeld, en afhankelijk van de omstandigheden van de individuele zaak op verschillende manieren van toepassing kan zijn.

Het “ontbreken van een persoonlijke vertrouwensrelatie tussen executeur en erfgenamen” kan onder omstandigheden een uitwerking vormen van het begrip ‘gewichtige reden’.

Volgens het hof maakt de combinatie van de verstoorde verhoudingen tussen de erfgenamen en de bijzonder gecompliceerde nalatenschap dat de beslissing om de broer te ontslaan als “executeur c.a.” wegens gewichtige redenen als bedoeld in art. 4:149 lid 2 BW dient te worden bekrachtigd.

Erfrecht. Ontslag van een executeur wegens gewichtige reden. Omvat het ontslag van de executeur mede de bevoegdheden uit zijn benoeming tot afwikkelingsbewindvoerder?

De Hoge Raad overweegt als volgt.

Het tweede middel klaagt dat het hof de broer niet had mogen ontslaan als afwikkelingsbewindvoerder, omdat het inleidend verzoek daarop geen betrekking heeft en de beschikking van de kantonrechter daarover geen beslissing inhoudt.

Het hof heeft onmiskenbaar de bevoegdheden die de broer in het testament kreeg als “afwikkelingsbewindvoerder” onlosmakelijk verbonden geacht met de benoeming tot executeur.

Het hof stelt voorop dat aan een executeur die tevens afwikkelingsbewindvoerder is ruime bevoegdheden kunnen worden toegekend, en gebruikt het vervolgens de omschrijving “executeur-afwikkelingsbewindvoerder”.

In het arrest overweegt het hof dat de kantonrechter de broer heeft ontslagen uit diens hoedanigheid als “executeur-afwikkelingsbewindvoerder”.

Het hof merkt op dat de kantonrechter de broer heeft ontslagen als “executeur c.a.”.

In de aangehaalde overwegingen ligt besloten dat volgens hof het ontslag “als executeur” in het inleidend verzoek en in de beschikking van de kantonrechter mede betrekking had op de bevoegdheden die de broer verkreeg doordat hij in art. IX van het testament niet slechts tot executeur, maar tot “executeur afwikkelingsbewindvoerder” was benoemd.

De broer heeft na zijn ontslag daarom ook geen bevoegdheden meer als afwikkelingsbewindvoerder.

Dat oordeel is niet onbegrijpelijk en behoefde geen nadere motivering.

Hierop stuiten de klachten van het tweede middel af.

Ook de overige klachten van de middelen kunnen niet tot cassatie leiden.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.