De Rechtbank Overijssel heeft op 19 april 2023 uitspraak gedaan over de voortzetting van een geding op eigen naam na het overlijden van de oorspronkelijke eiser gedurende een rechterlijke procedure.

Tussenbeslissing na overlijden van de eiser tijdens twee lopende procedures.

De procedures zijn na overlijden geschorst op grond van artikel 225 Rv.

De erfgenaam van de eiser heeft na schorsing een akte tot hervatting genomen, ex artikel 227 Rv, waarin hij verklaart de procedures te willen voortzetten op zijn eigen naam.

De gedaagden maken daarna geen bezwaar tegen de voortzetting van de procedures maar wel tegen de naam van de eisende partij.

Zij willen dat de procedures worden gevoerd op naam van erflater als oorspronkelijke eiser.

De rechtbank beslist dat de procedures kunnen worden voortgezet door de erfgenaam in zijn hoedanigheid van erfgenaam en vereffenaar.

Erfrecht. Procesrecht. Overlijden van eiser tijdens gedurende procedure. Hervatting. Voortzetting geding op eigen naam? Hoedanigheid van erfgenaam en vereffenaar.

De rechter oordeelt als volgt.

De rechtbank zal in dit tussenvonnis niet inhoudelijk ingaan op de vorderingen die tegen de gedaagden zijn ingesteld.

Het gaat in dit tussenvonnis over de procesrechtelijke gevolgen van het overlijden van eiser.

Zijn zoon (erfgenaam) heeft na schorsing ten behoeve van beraad bij akte van 8 februari 2023 verklaard dat hij – in de plaats van erflater – het geding wil hervatten in de stand waarin het geding zich bij de schorsing bevond.

Mr. K heeft zich bij die akte gesteld als advocaat van erfgenaam.

Bij akte uitlating hebben de beide gedaagden geen bezwaar gemaakt tegen voortzetting van de procedure, maar wel tegen de procespartij.

Zij willen dat de procedure wordt gevoerd op naam van erflater als oorspronkelijke eiser en niet op naam van de erfgenaam.

Zij vrezen dat voortzetting van de procedure op naam van erfgenaam onevenredig nadelige gevolgen zal hebben.

Als reden daarvoor geven zij aan dat partijen familie van elkaar zijn (erfgenaam is de broer van gedaagden) en dat de vorderingen die tegen gedaagden zijn ingesteld van invloed zijn op de legitieme aanspraak van gedaagden op de nalatenschap van eiser.

Zij willen daarom voortzetting van de procedures op naam van de oorspronkelijke eiser.

De rechtbank is van oordeel dat de procedures kunnen worden voortgezet door erfgenaam in zijn hoedanigheid van erfgenaam en vereffenaar.

Dat betekent dat vanaf heden als eisende partij moet worden aangemerkt: erfgenaam, geboren in 1982 en wonende te A als erfgenaam/vereffenaar van (de nalatenschap van) eiser.

De rechtbank legt hierna uit waarom dat zo is.

Erfgenaam is de zoon van eiser en hij is in het testament van senior tot enig erfgenaam benoemd.

Hij volgt daarmee eiser op onder algemene titel.

Erfgenaam heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard (dat wil zeggen aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving).

Als gevolg van de beneficiaire aanvaarding is erfgenaam op grond van de wet aan te merken als vereffenaar.

Hij kan daarom in de hoedanigheid van erfgenaam/vereffenaar de procedures voortzetten.

Efgenaam heeft na de schorsing gevraagd de procedure te hervatten ex art. 227 Rv.

Gedaagden hebben geen bezwaar gemaakt tegen voortzetting van de procedure, maar alleen tegen de naam van de eisende partij.

De procedures zullen in lijn met artikel 227 Rv worden voortgezet op naam van erfgenaam als erfgenaam/vereffenaar.

Nu erfgenaam de procedure in hoedanigheid van erfgenaam/vereffenaar voortzet, is er geen rechtens relevant belang op grond waarvan de procedures op naam van de oorspronkelijke eiser zouden moeten worden voortgezet.

Als gevolg van de beneficiaire aanvaarding vormt de nalatenschap een afgescheiden vermogen.

Dat gedaagden als dochters van eiser een beroep op hun legitieme hebben gedaan, maakt dat niet anders.

Op erfgenaam in de hoedanigheid van vereffenaar rust bovendien de verplichting om een boedelbeschrijving op te maken, om daarmee in kaart te brengen waar de nalatenschap uit bestaat, waarmee het afgescheiden vermogen inzichtelijk wordt gemaakt.

De procedures zullen daarom worden hervat met erfgenaam als eisende partij in de hoedanigheid van erfgenaam/vereffenaar.

Hervatting vindt plaats in de stand waarin de procedures zich bevonden op het moment van de schorsing.

Tijdens de mondelinge behandeling is afgesproken dat namens eiser een akte zou worden ingediend.

De zaken worden in verband daarmee weer op de rol gebracht van 17 mei 2023.

Erfgenaam zal voor of op die roldatum voor zover mogelijk de bankafschriften van zijn oma uit de periode van het bewind en deels daarna (2014-2018) verzamelen en vervolgens delen met mr. B en erfgenaam zal op die roldatum een akte nemen waarin hij op basis van die bankafschriften de stellingen uit de dagvaarding (voor zover nodig) concreet toelicht.

Daarna mogen de gedaagden reageren bij antwoordakte.

Van gedaagden wordt verwacht dat zij daarin ter onderbouwing van hun verweer concreet toelichten hoe betalingen via hun eigen bankrekeningen zijn verlopen, zo nodig met overlegging van hun eigen bankafschriften.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.