De Rechtbank Gelderland heeft op 30 juni 2021 uitspraak gedaan over de vraag het de bedoeling van erflater is geweest om de langstlevende tot erfgenaam te benoemen.

Eiseres vordert bij vonnis te verklaren voor recht dat het testament van erflater van 2015 zo moet worden uitgelegd dat daarin onder hoofdstuk 3 onder A zowel de kinderen als partner tezamen en voor gelijke delen tot erfgenamen zijn benoemd, zodat de wettelijke verdeling toepassing kan vinden.

Eiseres legt aan haar vorderingen ten grondslag dat uit het testament expliciet blijkt dat het testament duidelijke zin heeft en dat zij als partner beschermd moet worden.

De bedoeling van het testament is dat zij in de ongehuwde situatie geen erfgenaam zou zijn en via het legaat de beschikking over het vermogen van erflater zou houden.

Per abuis is uit de concept-akte de benoeming tot erfgenaam van eiseres niet alleen in hoofdstuk 2 (over de ongehuwde situatie) verwijderd maar ook in hoofdstuk 3 (over de gehuwde situatie).

Het was de wens van erflater om eiseres in een goede positie achter te laten en in de gehuwde situatie de wettelijke verdeling toe te passen, wat alleen kan als zij tot mede-erfgenaam is benoemd.

Dat eiseres niet tot erfgenaam is benoemd is een verschrijving.

Op grond van artikel 4:46 lid 1 BW moet het testament zó uitgelegd worden dat eiseres met de kinderen erfgenaam is voor gelijke delen en de wettelijke verdeling toepassing kan vinden.

Voor zover aangenomen wordt dat het testament geen duidelijke zin heeft, brengt artikel 4:46 lid 2 BW met zich dat verklaringen en gedragingen van erflater buiten de uiterste wil in aanmerking mogen worden genomen.

Daaruit blijkt dat erflater de bedoeling had om haar tot mede-erfgenaam te benoemen, aldus eiseres.

De kinderen voeren ten verweer aan dat zij altijd een goede relatie met erflater hadden, totdat eiseres in zijn leven kwam en de kinderen erflater niet meer konden spreken zonder aanwezigheid van eiseres die contact met erflater voor de kinderen onmogelijk maakte.

De gang van zaken bij de totstandkoming van het testament (en de verschillende concepten die daaraan vooraf zijn gegaan) is vreemd.

De discrepanties in de verschillende concept-aktes worden veroorzaakt doordat erflater werd beïnvloed door eiseres en anders verklaarde als eiseres er niet bij was.

Niet gebleken is dat eiseres in de ongehuwde situatie erfgenaam is.

In het testament van 2015 heeft erflater tijdens het passeren – waar eiseres niet bij aanwezig was – vermoedelijk aan de notaris laten weten dat hij uitsluitend de kinderen als zijn erfgenamen wenste te benoemen.

Dat eiseres door een vergissing niet als erfgename is benoemd, is niet aangetoond.

Dat geldt te meer nu eiseres in het aanvullend testament van 28 juli 2016 tot afwikkelingsbewindvoerder is benoemd, wat niet nodig is als de wettelijke verdeling van toepassing zou zijn.

Kennelijk is de vermelding van de wettelijke verdeling in het testament een omissie.

Dat erflater eiseres heeft willen beschermen maakt dat niet anders.

Eiseres wordt als echtgenote zonder wettelijke verdeling op grond van artikel 4:29 en 30 BW al beschermd tegen de kinderen.

Het testament is duidelijk: alleen de kinderen zijn tot erfgenamen benoemd.

Wat verder in het testament is opgenomen, doet daar niet aan af.

Erfrecht. Uitleg van een testament. Is het de bedoeling van erflater geweest de langstlevende tot erfgenaam te benoemen? Vergissing? Verschrijving? Toetsing.

De rechter oordeelt als volgt.

Beoordeeld dient te worden hoe het testament moet worden uitgelegd.

Op grond van artikel 4:46 lid 1 BW wordt daarbij allereerst gekeken naar de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk beoogt te regelen en de omstandigheden waaronder die wil is gemaakt.

De rechtbank de constateert dat erflater voor de gehuwde situatie enerzijds (uitsluitend) de kinderen tot erfgenamen benoemd en anderzijds de wettelijke verdeling in de zin van afdeling 3.1. van Boek 4 BW van toepassing heeft verklaard.

Uit artikel 4:13 lid 1 BW blijkt dat voor die wettelijke verdeling vereist is dat de echtgenoot van erflater erfgenaam moet zijn.

De benoeming van (uitsluitend) de kinderen tot erfgenamen en het van toepassing verklaren van de wettelijke verdeling stroken derhalve niet met elkaar.

Daaruit blijkt dat bij het opmaken van het testament een fout is gemaakt waardoor het testament geen duidelijke zin heeft.

Omdat het testament voor de gehuwde situatie geen duidelijke zin heeft mogen op grond van artikel 4:46 lid 2 BW – naast het testament, de verhoudingen die het kennelijk beoogt te regelen en de omstandigheden waaronder het is gemaakt – óók daden en gedragingen van erflater buiten het testament worden gebruikt voor de uitleg ervan.

Bij die uitleg zijn voor de gehuwde situatie twee mogelijkheden: ófwel de wettelijke verdeling is van toepassing en eiseres is per abuis niet tot mede-erfgename benoemd, ófwel eiseres is geen erfgename en de wettelijke verdeling is per vergissing van toepassing verklaard.

Over die uitleg van het testament wordt als volgt overwogen.

Het testament zelf en de omstandigheden waaronder het is gemaakt wijzen erop dat erflater voor ogen had dat eiseres beschermd moest worden tegen de kinderen.

Dat blijkt niet alleen uit de regeling zoals die is opgesteld voor de ongehuwde situatie (het keuzelegaat en het legaat van vruchtgebruik), maar ook uit de regeling met betrekking tot het opeisen van de schuld uit de nalatenschap van moeder door de kinderen.

Daarnaast wijzen de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt en de door eiseres overgelegde gespreksaantekeningen van de notaris eveneens op bescherming van eiseres tegen de kinderen.

Daarbij is van belang dat ten tijde van het passeren van het testament erflater en eiseres samenwoonden, erflater geen contact meer had met zijn kinderen en eiseres een praktijk was begonnen in de woning van erflater.

Tegen die achtergrond is niet goed voorstelbaar dat erflater niets heeft willen regelen voor de situatie dat hij met eiseres zou trouwen – wat het geval is als ervan wordt uitgegaan dat de bepaling over de wettelijke verdeling ten onrecht in het testament is opgenomen.

Eén en ander wijst erop dat de notaris is vergeten op te nemen dat eiseres erfgenaam zou worden.

Dat strookt ook met de eigen verklaring van erflater, de toelichting bij het concept-testament van 3 december 2015 en de latere verklaring van de notaris.

In de door eiseres overgelegde verklaring van erflater zelf staat dat hij zijn kinderen onterft en eiseres zijn enige erfgenaam is.

Hoewel hij in zijn testament zijn kinderen niet heeft onterfd, is het gelet op deze verklaring niet aannemelijk dat hij uitsluitend zijn kinderen tot erfgenamen wilde benoemen en eiseres niet.

Dat geldt te meer nu in de toelichting van de notaris bij het concept-testament van 3 december 2015 voor de gehuwde situatie is vermeld dat de wettelijke verdeling van toepassing wordt verklaard.

Ten slotte staat in de brief van (het kantoor van) de notaris van 14 februari 2020 dat eiseres door een omissie niet als mede-erfgenaam in het testament is vermeld.

Dat eiseres in het aanvullend testament tot afwikkelingsbewindvoerder is benoemd kan niet tot een ander oordeel leiden.

Ten tijde van het opmaken van het aanvullend testament, op 28 juli 2016, waren erflater en eiseres nog niet gehuwd en de benoeming tot afwikkelingsbewindvoerder was voor die ongehuwde situatie zinvol omdat in die situatie de wettelijke verdeling niet van toepassing is.

Uit die benoeming kan derhalve niet worden geconcludeerd dat in het testament opgenomen de wettelijke verdeling voor de huwelijkse situatie een omissie moet zijn geweest.

De rechtbank gaat er gelet op het voorgaande van uit dat het de bedoeling van erflater is geweest om eiseres tot mede-erfgenaam te benoemen met toepassing van de wettelijke verdeling.

Eiseres stelt voorts dat het testament zó moet worden uitgelegd dat zij en de kinderen tezamen en voor gelijke delen tot erfgenamen zijn benoemd.

Ter onderbouwing verwijst zij naar het concept van 3 december 2015 waarin dat voor zowel de gehuwde als de ongehuwde situatie is opgenomen.

Bij het opstellen van het definitieve testament is dat volgens eiseres per ongeluk niet alleen voor de ongehuwde situatie gewijzigd maar ook voor de gehuwde situatie.

De kinderen betwisten dat en stellen dat het concept van 3 december 2015 geen bewijs oplevert.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres gemotiveerd gesteld dat zij en de kinderen tezamen en voor gelijke delen tot erfgenamen zijn benoemd terwijl de kinderen dat onvoldoende gemotiveerd hebben betwist, zodat ervan uitgegaan wordt dat het de bedoeling was om eiseres met de kinderen tezamen en voor gelijke delen tot erfgenaam te benoemen.

De door eiseres gevorderde verklaring voor recht is op grond van het voorgaande toewijsbaar als hierna volgend.

De door de kinderen gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen.

Overigens is in deze beoordeling voorbij gegaan aan stellingen van partijen over de wilsbekwaamheid van erflater.

De kinderen hebben daarover in hun conclusie van antwoord/eis in reconventie opgemerkt dat het vreemd is dat de notaris niet (voldoende) onderzoek heeft gedaan naar de wilsbekwaamheid van erflater.

Zij hebben aan die stelling in het kader van hun onvoorwaardelijke eis in reconventie geen gevolgen verbonden of een beroep op artikel 3:33 of 4:43 BW gedaan, zodat beoordeling van de wilsbekwaamheid bij beoordeling van de onvoorwaardelijke vorderingen niet aan de orde is.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.