Het Gerechtshof Den Haag heeft op 8 maart 2022 uitspraak gedaan over de waardebepaling van een woning ter vaststelling van erfdeel en van de legitieme.

Het gaat in deze procedure om de afwikkeling van de nalatenschappen van de beide ouders van appellant en geïntimeerde.

Appellant wenst in deze procedure duidelijkheid te verkrijgen over de vordering van hen beiden op de nalatenschap van moeder en de vordering van appellant als legitimaris op de nalatenschap van vader.

Appellant is het niet eens met de waarde van de woning, die in de boedelbeschrijving is opgenomen.

Hij wenst dat een onafhankelijk taxateur de marktwaarde van de woning in juni 2014 en december 2015 bepaalt.

Hij bestrijdt dat voor de waardering aansluiting kan worden gezocht bij de WOZ-waarden.

Geïntimeerden voeren aan dat de waarde van de woning in het economisch verkeer op juiste wijze is vastgesteld.

Erfrecht. Waardebepaling woning ter vaststelling van erfdeel en van de legitieme. Boedelbeschrijving. Taxatie. Marktwaarde. WOZ-waarde. Nieuwe taxatie noodzakelijk?

De rechter overweegt als volgt.

De waarde van de woning is relevant voor de vaststelling van het erfdeel en van de legitieme portie.

Hiervoor gelden twee verschillende peildata: sterfdag 1 : 2014 – datum overlijden moeder -, en sterfdag 2 : 2015 – datum overlijden vader.

Op de akte van boedelbeschrijving is eenzelfde bedrag vermeld voor de waarde op deze tijdstippen, te weten € 384.375,-.

In het kader van de waardebepaling zijn in opdracht S twee taxaties uitgevoerd door NVM-makelaars: makelaar 1 heeft de woning getaxeerd op € 387.500,- per peildatum 26 juli 2016 en de makelaar 2 op € 395.000,- per peildatum 1 augustus 2016.

Kennelijk is een correctie toegepast om de waarde naar de juiste peildatum om te rekenen, waarbij gebruik gemaakt is van de WOZ- waarde in het jaar 2014 en 2015.

In de taxatierapporten is als doel van de taxatie het vaststellen van de marktwaarde aangegeven.

Voor zover appellant bezwaren inbrengt tegen de uitgevoerde taxaties zijn die naar het oordeel van het hof niet onderbouwd.

De taxaties zijn verricht op basis van de marktwaarde en er is geen aanwijzing dat de makelaars niet onafhankelijk waren.

Appellant merkt op dat de waarde in de buurt van € 403.000,- moet liggen, maar geeft daar geen concrete aanwijzingen voor.

Dit bedrag wijkt overigens niet sterk af van de waarde die geïntimeerden hanteren.

Het hof stelt vast dat er geen aanleiding is om te bepalen dat er opnieuw een taxatie moet worden verricht.

Mogelijk kan een vraagteken worden gezet bij de wijze waarop de taxaties gecorrigeerd zijn naar de toepasselijke peildata door gebruik te maken van de WOZ-waarde, waarbij ook een aandachtspunt is dat in de boedelbeschrijving van geïntimeerden van dezelfde waarde op de twee verschillende peildata wordt uitgegaan.

Dit zijn echter geen vragen die aan het hof voorliggen.

De grief faalt en de vordering wordt afgewezen.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.