De Rechtbank Gelderland heeft op 2 februari 2021 uitspraak gedaan over een verzoek van een huurder tot huurprijsverlaging wegens de financiële gevolgen van de corona-crisis.

De coronacrisis, gelet op de omvang daarvan en de ingrijpende gevolgen voor de economie en de maatschappij, maar ook voor partijen, moet in beginsel worden aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid in de zin van artikel 6:258 lid 1 BW.

Dat betekent dat beide partijen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mogen verwachten.

Daarvan kan sprake zijn als ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst uitermate bezwaarlijk is geworden.

Van belang is welke financiële impact de crisis op gedaagde heeft en welke gevolgen de door de hem beoogde wijziging voor eiser heeft.

Daarbij kunnen ook een rol spelen de maatschappelijke positie en onderlinge verhoudingen van partijen en de aard en ernst van de betrokken belangen.

Het gaat dan bijvoorbeeld om de omvang van het verlies van gedaagde als gevolg van de coronacrisis, hoe zijn financiële situatie voor aanvang van de crisis was en in hoeverre eiser afhankelijk is van huurinkomsten om bijvoorbeeld haar financieringslasten te voldoen.

Wat betreft de financiële impact van de crisis op gedaagde is het zo dat gedaagde onweersproken heeft gesteld dat hij als gevolg van de horecasluiting vanaf 14 oktober 2020 geen horeca-inkomsten heeft.

In de periode dat hij wel open mocht zijn, was zijn omzet sterk verminderd ten opzichte van de periode voor Corona.

Eiser heeft gewezen op de TVL-regeling (Tegemoetkoming Vaste Lasten).

De door de overheid geboden compensatie op basis van de TVL-regeling 1.0 en 2.0 kan tot compensatie van maximaal 50% van de vaste lasten leiden, zoals beide partijen stellen.

Gedaagde heeft verklaard dat de aanvraag voor het vierde kwartaal 2020 nog in behandeling is en dat hij niet weet hoe hoog de tegemoetkoming zal zijn.

Voor de periode dat de horeca als gevolg van de overheidsmaatregelen geheel gesloten was, van 14 oktober 2020 tot het moment dat de horeca weer (met beperkende maatregelen) open mag, acht de kantonrechter, gelet op het hiervoor weergegeven uitgangspunt, een huurkorting van 25% redelijk, rekening houdend met een tegemoetkoming vaste lasten van 50%.

Of gedaagde dit bedrag wel of niet zal krijgen, doet daar niet aan af.

Voor een andere verdeling is in dit kort geding geen plaats, nu gedaagde geen opening van zaken wenst te geven over zijn financiële positie.

Voor de periode dat opening beperkt mogelijk was (1 juni 2020 tot 14 oktober 2020) en in de toekomst met beperkende maatregelen geopend kan zijn, geldt dat niet kan worden beoordeeld wat de gevolgen van de onvoorziene omstandigheden voor beide partijen moeten zijn in hun huurverhouding bij gebreke van vooral een financiële onderbouwing daarvan door gedaagde.

Gedaagde heeft de gelegenheid verzocht om alsnog een financiële onderbouwing in het geding te brengen, wat hij om hem moverende redenen niet bij voorbaat wilde doen.

Gelet op het (spoedeisende) karakter van een kort gedingprocedure is voor bewijslevering geen plaats en evenmin voor een feitelijke onderbouwing van de stellingen, nu dat eerder in de procedure had kunnen gebeuren.

Het voorgaande betekent dat gedaagde over de periode van 1 juli 2020 tot 14 oktober 2020 de betaling van de huurpenningen voor een bedrag van € 3.306,18 onbevoegd heeft opgeschort.

Vanaf 14 oktober 2020 tot en met 31 januari 2021 heeft gedaagde de huurbetaling voor een derde deel (33,33%) opgeschort, terwijl vooralsnog zoals hiervoor is overwogen, een opschorting van 25% redelijk wordt geacht.

Gedaagde heeft dus 8,33% te veel opgeschort.

Dat is een bedrag van € 241,63 per maand, in totaal over deze periode € 826,22.

In totaal heeft gedaagde dus een bedrag van € 4.132,40 (€ 3.306,18 + € 826,22) onbevoegd opgeschort.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat huurrecht over de mogelijkheden van een huurprijsverlaging vanwege de financiële gevolgen van de corona-crisis, belt u dan gerust onze advocaat huurrecht op 020-3980150.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.