De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 24 juni 2020 uitspraak gedaan over de berekening van de legitimaire massa in verband met gedane giften.

In deze procedure vorderen vader en de zussen (de erfgenamen) de vaststelling van de omvang van de legitimaire massa.

De omvang van het geschil in deze procedure wordt bepaald door de vorderingen.

De erfgenamen vorderen vaststelling van de omvang van de legitimaire massa (en dus van de legitimaire portie overeenkomstig de ‘staat van bezittingen en schulden’ (de boedelbeschrijving).

Legitieme. Informatierecht. Schenking.

De rechter oordeelt als volgt.

Een belangrijk probleem is de vraag of verweerder alle informatie gekregen heeft waarop hij als legitimaris recht heeft.

Hij vordert verstrekking van een groot aantal stukken. Hij beroept zich daarvoor op artikel 4:78 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW):

Een legitimaris die niet erfgenaam is, kan tegenover de erfgenamen en met het beheer der nalatenschap belaste executeurs aanspraak maken op inzage en een afschrift van alle bescheiden die hij voor de berekening van zijn legitieme portie behoeft; zij verstrekken hem desverlangd alle daartoe strekkende inlichtingen.

Op basis van die bepaling heeft hij recht op alle gegevens die hij nodig heeft om zijn legitieme portie te berekenen.

Volgens de erfgenamen heeft hij een groot deel daarvan al ontvangen.

Daarom mag verweerder nu eerst opgeven welke stukken hij nog wil ontvangen die hij nog niet heeft, en waarvoor hij die nodig heeft.

Daarna krijgen de erfgenamen de gelegenheid om die stukken in deze procedure aan het dossier toe te voegen óf om (per stuk) uit te leggen waarom dat niet mogelijk of niet zinvol is.

Inhoudelijk lijkt het grootste geschilpunt een bedrag van € 50.000.

De erfgenamen vorderen een verklaring voor recht dat dit een schenking aan verweerder is, die op zijn legitieme portie in mindering gebracht moet worden.

Het verhaal van de erfgenamen hierover is als volgt.

Vader en moeder waren (direct of indirect, via een BV) eigenaar van onroerend goed met appartementen die zij verhuurden.

Het pand is verkocht in 2008.

Eiseres heeft € 50.000 aan andere eiseres betaald, maar verweerder niet.

Uiteindelijk hebben vader en moeder dat bedrag als schenking aan hem aangemerkt en zelf € 50.000 aan eiseres geschonken.

Tegelijkertijd hebben zij een openstaande lening van eiseres van € 50.000 kwijtgescholden, omdat zij wel € 50.000 aan de andere eiseres betaald had.

Het standpunt van de erfgenamen is dat verweerder daardoor een schenking van € 50.000 gekregen heeft, die meetelt voor de berekening van zijn legitieme portie.

De regel voor het meetellen van schenkingen staat in artikel 4:70 lid 1 BW:

De waarde van giften, door de erflater aan een legitimaris gedaan, komt in mindering van diens legitieme portie.

Dat is ook niet in geschil. Wat wel ter discussie staat is, of [voornaam van verweerder] een schenking (gift) gekregen heeft. De definitie daarvan in de wet (artikel 7:175 BW) is:

Schenking is de overeenkomst om niet, die ertoe strekt dat de ene partij, de schenker, ten koste van eigen vermogen de andere partij, de begiftigde, verrijkt.

Als de renovatie van een pand waarvan verweerder mede-eigenaar was, direct of indirect betaald is door zijn ouders, terwijl hij dat niet heeft terugbetaald, dan komt dat neer op een schenking in de zin van die definitie.

Dan doet het er niet toe of er inderdaad een afspraak was tot doorbetaling aan eiseres en zij hem dat hebben kwijtgescholden, of dat zij het direct aan hem geschonken hebben.

Het doet er niet toe of zij de renovatie betaald hebben of het geld daarvoor aan hem gegeven hebben.

Het doet er ook niet toe of daarvoor schenkingsrecht betaald is of niet, en ook niet of eiseres door afspraken over doorbetaling zou worden bevoordeeld of niet.

Waar het om gaat is, dat de kosten van de renovatie van het pand waarvan verweerder mede-eigenaar was voor rekening van de ouders gekomen zijn, en dat zij hem daardoor verrijkt hebben ten kosten van hun eigen vermogen.

Kort gezegd: de ouders óf de BV hebben renovatiekosten betaald voor een pand waarvan verweerder 50% eigenaar was.

Dat is te beschouwen als een schenking, hetzij van de ouders hetzij van de BV.

Ook als het oorspronkelijk een lening was, zoals de erfgenamen zeggen, is het een schenking geworden als de ouders in een later stadium hebben afgezien van doorbetaling aan eiseres.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat legitieme over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat legitieme op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de berekening van de legitieme, bezoek dan onze website over de legitieme. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.