Van onze advocaat bedrijfsovername. De Rechtbank Noord-Nederland heeft onlangs uitspraak gedaan over de uitleg van een earn-out regeling bij de verkoop van aandelen van een onderneming. Is er sprake van wanprestatie wegens tegenvallende resultaten ten opzichte van prognoses?
Tussen partijen is in de eerste plaats in geschil of C Holding op grond van het bepaalde in artikel 4 lid 4 van tussen partijen gesloten koopovereenkomst, aan A Beheer nog een gedeelte van de koopprijs dient te voldoen, groot € 50.000,-.
De advocaat van A Beheer stelt, verkort weergegeven, dat dit het geval is en verwijst daartoe naar de tekst van voornoemd artikel in de koopovereenkomst. Blijkens deze tekst dient C Holding volgens A Beheer minimaal een bedrag van € 50.000,- aan A Beheer te betalen, indien over 2012 door de Vennootschap een brutoresultaat werd behaald dat lager lag dan € 160.000,-. Gelet op het negatieve resultaat over 2012 van de Vennootschap van € 38.779,-, is C Holding € 50.000,- aan A Beheer verschuldigd, aldus A Beheer.
De advocaat van C Holding betwist dit en voert daartoe aan, samengevat weergegeven, dat zij het restant van de koopsom enkel aan A Beheer was verschuldigd, indien in 2012 winst was gerealiseerd door de Vennootschap. Volgens C Holding volgt dit ook uit de intentieovereenkomst. In dit verband heeft C Holding ter terechtzitting voorts aangevoerd dat geen van partijen er bij de totstandkoming van de overeenkomst vanuit is gegaan dat in 2012 sprake zou zijn van verlies.
De uitleg van een contract
De rechtbank overweegt als volgt. Bij de uitleg van de inhoud van een schriftelijke overeenkomst komt het niet alleen aan op een zuiver taalkundige uitleg van de daarin opgenomen bepalingen, maar ook op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Hoge Raad, 13 maart 1981, HR:1981:AG4158). Voorts volgt uit Hoge Raad 20 februari 2004 (HR:2004:AO1427) dat bij de uitleg van een dergelijk geschrift telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, alsmede dat in praktisch opzicht vaak van groot belang is de taalkundige betekenis van de bewoordingen van het geschrift, gelezen in de context ervan als geheel, die deze in de desbetreffende kring van het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben. Verder komt bij de uitleg betekenis toe aan de aard van de transactie, de omvang en gedetailleerdheid van de contractsbevestiging, de wijze van totstandkoming ervan, waarbij van belang is of partijen werden bijgestaan door (juridisch) deskundige raadslieden, en de overige bepalingen ervan (Hoge Raad, 29 juni 2007, HR:2007:BA4909 en HR 19 januari 2007, HR:2007:AZ3178).
De earn-out regeling bij de overname van een bedrijf of onderneming
De betreffende bewoordingen uit artikel 4 lid 4 van de koopovereenkomst luiden als volgt: ‘indien over 2012 een bruto resultaat wordt behaald dat lager ligt dan € 160.000, dan zal verkoper aan koper een gedeelte van het resterende gedeelte van de koopprijs voldoen na rato van de afwijking van het behaalde resultaat ten opzichte van het bedrag van € 160.000, doch minimaal een bedrag van € 50.000’.
Uit deze bewoordingen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat C Holding minimaal een bedrag van € 50.000,- aan A Beheer diende te betalen als resterend gedeelte van de koopprijs, indien over het jaar 2012 een bruto resultaat van minder dan € 160.000,- werd behaald. De door C Holding genoemde voorwaarde van het behalen van een positief resultaat kan naar het oordeel van de rechtbank niet uit de tekst van de overeenkomst worden afgeleid. Uit de tekst van de intentieovereenkomst volgt dit naar het oordeel van de rechtbank evenmin. Gelet daarop, alsmede op het feit dat C Holding geen concrete feiten of omstandigheden tot haar verweer heeft aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat partijen ondanks de tekst van de overeenkomst niettemin een koppeling tussen de earn-out regeling en het realiseren van winst zijn overeengekomen, kan naar het oordeel van de rechtbank in het voorliggende geval doorslaggevende betekenis worden toegekend aan een tekstuele uitleg van het bepaalde in artikel 4 lid 4 van de koopovereenkomst.
Ook het verweer van C Holding dat partijen zich niet hebben gerealiseerd dat sprake zou kunnen zijn van verlies over het boekjaar 2012 betekent op zichzelf genomen niet dat partijen ervoor hebben gekozen om de voorwaarde van winstrealisatie aan betaling van het minimumbedrag van € 50.000,- te verbinden. Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank de vordering in conventie tot betaling van een bedrag van € 50.000,- aan A Beheer toewijsbaar acht. Ook de daarover gevorderde wettelijke handelsrente zal vanaf 16 maart 2013 worden toegewezen, gelet op de in de koopovereenkomst opgenomen uiterste dag van betaling.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u vragen over een bedrijfsovername, over het opstellen of uitleg van een overnamecontract van een onderneming of van aandelen, over een due dilligence onderzoek of over garanties bij de overname van een bedrijf, belt u dan gerust onze advocaat bedrijfsovername op 020-3980150.
Wilt u meer weten over het ondernemingsrecht? Bezoek ook onze pagina ondernemingsrecht. Klik dan hier.