Van onze advocaat erfrecht. Onlangs verscheen onze blog dat het etentje ter waarde van € 119 euro niet tot zuivere aanvaarding leidde. Opgepast moet worden dat men niet te snel aanneemt dat er geen sprake is van zuivere aanvaarding. Ter verduidelijking zullen hieronder drie voorbeelden van zuivere aanvaarding besproken worden.

Het eerste voorbeeld betreft de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 juni 2015. In deze zaak was X voor een derde deel erfgenaam in de nalatenschap van zijn moeder. Twee maanden na het overlijden van zijn moeder heeft X een woning verkocht, die behoorde tot de nalatenschap. Voor zuivere aanvaarding geldt het criterium dat alleen ‘daden van beheer’ mogen worden verricht. Voor de invulling van ‘daden van beheer’ sluit het Hof aan bij art. 3:170 lid 2 BW, waarin is bepaald dat onder beheer alle handelingen zijn begrepen die voor de normale exploitatie van een goed dienstig kunnen zijn, alsook het aannemen van aan de nalatenschap verschuldigde prestaties. Het Hof oordeelt dat de verkoop van het appartement niet te beschouwen is als een normale exploitatie van de woning en geen daad van beheer betreft. Door de woning te verkopen heeft de erfgenaam zich conform art. 4:192 BW ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als zuiver aanvaard hebbend erfgenaam gedragen en de nalatenschap van zijn moeder zuiver aanvaard. Dat hij later een verklaring heeft afgelegd dat hij de nalatenschap beneficiair aanvaardt kan de zuivere aanvaarding niet meer veranderen. In dit voorbeeld is sprake van zuivere aanvaarding.

Over het tweede voorbeeld heeft de Rechtbank Limburg zich op 25 juni 2015 uitgesproken. De twee gedaagden zijn samen met hun broer (de eiser) de kinderen van erflaatster. Alle drie zijn zij gerechtigd tot de nalatenschap van hun moeder. Eiser heeft sinds 1998 het beheer van de tot de nalatenschap behorende onroerende zaken verricht en heeft het beheer voortgezet na het overlijden van erflaatster. In de onderhavige zaak doet zich de vraag voor of gedaagden de nalatenschap zuiver hebben aanvaard, of dat moet worden uitgegaan van verwerping. De voorzieningenrechter stelt dat het verzoek van gedaagden aan eiser om rekening en verantwoording af te leggen met betrekking tot het beheer van de onroerende zaak ertoe leidt dat gedaagden al dan niet stilzwijgend instemmen met (de wijze van) het beheer van de eiser. De voorzieningenrechter oordeelt dat een dergelijk verzoek moet worden aangemerkt als een handelen als zuiver aanvaard hebbend erfgenaam. Ook zijn gedaagden en eiser in onderling overleg gekomen tot een verdeling van de inboedel. Door dit feitelijk handelen hebben zij daden van zuivere aanvaarding verricht. Bovendien hebben gedaagden machtiging gegeven om namens hen een bestuurlijke procedure te voeren inzake de waardebepaling van de aan hen in de nalatenschap toegedeelde panden. Ook hier stelde het Hof vast dat gedaagden door hun feitelijke handelingen daden van zuivere aanvaarding hebben verricht.

In het derde voorbeeld heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch op 26 mei 2015 bepaald dat het ontvangen en aanvaarden van een enveloppe met circa € 2.500 euro tot zuivere aanvaarding leidt. Appellant was de zoon van erflater. Na het overlijden van zijn vader heeft appellant van een mede-erfgenaam een enveloppe met circa € 2.500 euro ontvangen. Hierbij merkte de mede-erfgenaam op dat hiermee de nalatenschap zou zijn verdeeld. Het Hof oordeelt dat het duidelijk was dat de enveloppe met geld betrekking had op de nalatenschap van vader en op de verdeling daarvan. Door zijn enveloppe zonder voorbehoud te aanvaarden en het geld (ook na het openmaken van de enveloppe) te houden heeft appellant zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedragen. Bel onze advocaat erfrecht als u vragen heeft: 020-3980150.