Van onze advocaat aandeelhouder. Op 22 juni 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in kort geding over de vordering tot schorsing van de besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) tot ontslag en schorsing van de statutair bestuurder van een onderneming.

Het ontslag van een statutair bestuurder

Het wettelijk uitgangspunt met betrekking tot ontslag van de statutair bestuurder is weergegeven in artikel 2: 244 BW. Iedere bestuurder kan te allen tijde worden geschorst en ontslagen door het orgaan dat bevoegd is tot benoeming. De statuten kunnen bepalen dat een bestuurder kan worden ontslagen door een ander orgaan tenzij de benoeming door de Raad van commissarissen geschiedt.

Het ontslag van de statutaire bestuurder is voorbehouden aan de prioriteitsaandeelhouders. Artikel 17 van de vastgestelde statuten bepaalt in lid 3 dat in de aandeelhoudersvergaderingen aandelen A, of aandelen B of aandelen C slechts ontslag mag worden genomen met een versterkte meerderheid van 2/3 van de uitgebrachte stemmen.

De voorzieningenrechter voegt daaraan toe dat hij aanneemt dat met ontslag nemen ook ontslag verlenen wordt bedoeld, omdat anders immers van een zinloze bepaling sprake zou zijn. Uit deze regeling kan worden afgeleid dat partijen via de regeling van de prioriteitsaandelen hebben beoogd invulling te geven aan de tweede volzin van artikel 2: 244 BW. Nadrukkelijk is immers in artikel 17 van de statuten of elders niet ook de benoeming van statutair bestuurders aan de vergadering van prioriteitsaandelenhouders A, B of C opgedragen. Benoeming door de gewone aandeelhouders als bepaald in artikel 16 van de statuten is derhalve ontkoppeld van het ontslag als bepaald in artikel 17 van de statuten. Zoals uit het aandeelhoudersbesluit van de drie aandeelhouders ook blijkt zijn bij dat besluit de drie aandeelhouders benoemd tot statutair directeur overeenkomstig artikel 16 van de statuten. Het gaat dan om de algemene vergadering van gewone aandeelhouders (AVA).

Blijkens de akte van uitgifte zijn aan S 64 aandelen B, aan A 18 aandelen B, en aan R eveneens 18 aandelen B uitgegeven. Aldus was S in staat om haar ontslagverlening in de aandeelhoudersvergadering van aandelen B tegen te houden nu ontslag immers slechts kan worden verleend met 2/3 van de uitgebrachte stemmen. Jegens A en R is een zelfde constructie van kracht waar het gaat om de aandeelhoudersvergadering A of C.

Het logische gevolg van het hiervoor gestelde en de statutaire regeling waar het gaat om ontslag van de statutair directeuren brengt met zich mee dat tijdens de vergadering van aandeelhouders van prioriteitsaandelen B, waar S niet voor haar eigen ontslag heeft gestemd, niet de statutair voorgeschreven 2/3 meerderheid kon worden behaald. Het ter vergadering niettemin genomen besluit tot ontslag van S is derhalve in strijd met de statuten en in zoverre, conform de stellingname van de advocaat van S in deze procedure, nietig uit hoofde van het bepaalde in artikel 2:14 lid 1 BW.

De schorsing van een statutair bestuurder

Ter aandeelhoudersvergadering is subsidiair besloten tot onmiddellijke schorsing van S als statutair bestuurder voor het geval zou blijken dat het ontslagbesluit nietig is. De advocaat van S vordert tevens schorsing van het schorsingsbesluit op grond van zijn stelling dat het orgaan dat bevoegd is tot ontslagverlening tevens bevoegd is tot schorsing. Dat orgaan is derhalve in dit geval de vergadering van prioriteit aandeelhouders B alwaar met dezelfde versterkte meerderheid tot schorsing had kunnen worden besloten. Waar dat niet is gebeurd is derhalve ook het schorsingsbesluit nietig of vernietigbaar. Bovendien is naar haar stelling het schorsingsbesluit in strijd met de redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 2:8 BW.

De voorzieningenrechter oordeelt vooralsnog dat geen doorslaggevende grond aanwezig is voor de stelling van S dat het orgaan dat haar ontslag kan verlenen ook het orgaan is dat kan schorsen. Artikel 2:244 BW geeft in de tweede volzin van lid 1 de statutaire ruimte om te bepalen dat de ontslagbevoegdheid aan een ander orgaan dan de reguliere algemene vergadering van aandeelhouders toekomt. De in de eerste volzin van lid 1 omschreven schorsingsbevoegdheid wordt daarbij niet genoemd. Uit de door partijen in het geding gebrachte stukken blijkt ook vooralsnog niet dat partijen hebben beoogd ook de schorsingsbevoegdheid bij de vergadering van de betreffende prioriteitsaandeelhouders neer te leggen.

In dit kort geding kan er dan ook niet van worden uitgegaan dat ook het schorsingsbesluit toekomt aan een ander orgaan dan de reguliere algemene vergadering van aandeelhouders. Dat impliceert dat het door de advocaat van S betwiste schorsingsbesluit in beginsel rechtsgeldig is genomen. Dat neemt overigens niet weg dat partijen, door de constructie die zij hebben gekozen met betrekking tot het ontslag van de statutair bestuurder hebben ingebouwd dat een schorsingsbesluit niet onbeperkt kan duren. Waar normaliter een schorsingsbesluit het beslissend orgaan en de bestuurder in de gelegenheid stelt zich op hun wederzijdse positie te beraden en mogelijkerwijze tot een ontslagbesluit te komen, staat binnen de door partijen gekozen constructie vast dat in ieder geval langs de statutair voorgeschreven weg niet tot een ontslag tegen de wil van de bestuurder kan worden gekomen.

Waar ter zitting ook naar het oordeel van partijen duidelijk is gebleken dat de verhouding tussen de aandeelhouders en directieleden ernstig en onherstelbaar is verstoord geraakt veronderstelt de voorzieningenrechter dat partijen de periode van schorsing zullen aanwenden om te bezien tot welke consequenties die verstoorde verhouding zal moeten leiden. Nu dat niet past binnen de vordering van S met betrekking tot de schorsing is het niet aan de voorzieningenrechter om iets te beslissen over de termijn waarbinnen de onderhavige schorsing redelijkerwijze zou mogen voort duren. Op grond van het hiervoor gestelde zal de voorzieningenrechter in ieder geval de vordering tot schorsing van het schorsingsbesluit afwijzen.

Heeft u vragen over de bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) of over het ontslag of de schorsing van een statutair bestuurder, belt u dan gerust onze advocaat aandeelhouder op 020-3980150.